Er viel me net iets op, zittende in een strandbar in Scheveningen, waar een tafel jonge mensen een koppel vrienden met kleuter in hun groepje verwelkomde. Over elkaar buitelend riepen ze de naam van het kindje, hun armen uitstekend, wuivend en breeduit lachend. Het kindje op zijn beurt kroop bijna weg achter het been van zijn moeder. Ging nog nét niet huilen. Nog geen vijf minuten later, toen de groep terug gefocust was op elkaar in plaats van op hem, zag ik het nieuwsgierig de bar inkijken. Zijn mondje een beetje open, zijn ogen glijdend over de vele elementen die er tegelijk aanwezig waren, teveel om op te noemen.
En ik bedacht me, hoe weinig we ons soms bewust zijn van hoe de wereld voor een ander is, terwijl we opgeslorpt worden door die van ons.
Ik voelde de neiging om langs hem op mijn knieën te gaan zitten, om op dezelfde hoogte te kunnen ervaren en zelfs dat zou ontoereikend zijn.
En ik bedacht me, hoe moeilijk ik het zelf zou vinden als een groep onbekenden me met die hoeveelheid energie en passie zou overdonderen. Zelfs al was het ontzettend goed bedoeld…
Hoe weinig bewust zijn we ons soms van hoe de wereld moet zijn voor een kind dat slechts 1/3de ons formaat is. Een kind dat nog volledig openstaat voor elke prikkel die binnenkomt, zonder filter, zonder oordeel, zonder concept van goed of fout. Of wij er ons wel van bewust zijn dat wij de grensbewakers zijn op die leeftijd? Dat het ok is om een kind zijn tijd en ruimte te geven en zelf te laten beslissen wanneer hij klaar is om ‘hoi’ te zeggen. Of niet. Dat we het daarmee leren dat hij zijn gevoel mag volgen, dat zijn grenzen belangrijk zijn.
コメント