Triggers zijn dingen die ons raken. Een trigger kan eender wat zijn dat wordt waargenomen door onze zintuigen: een beeld, een geur, een woord, … dat refereert naar iets dat we meedragen in onszelf. Dat als het ware een reactie ontsteekt.
Het kan refereren naar iets wat we lang geleden meemaakten en een fijne jeugdherinnering oproepen met bijhorend gevoel. Maar triggers kunnen ons ook kwetsen, irriteren of een gevoelige steek geven.
Een trigger kan een uitspraak zijn, bv. ‘Jij bent ook niet de slimste thuis’ of een combinatie van woorden die ons raakt, bv. ‘Waarom zouden ze jou daarvoor vragen?’.
Het kan een actie of een non-actie zijn zoals het laten rondslingeren van wasgoed of veel lawaai in huis.
Meestal zijn triggers moeilijker om mee te om te gaan als we zelf een fysieke nood hebben. Bv. wanneer we moe, hongerig, ziek of gestresseerd zijn. Hoe sterker de nood, hoe makkelijk we getriggerd raken, hoe feller onze reacties.
Vaak ook kan een trigger heel heftig zijn, als er een grote behoefte aan verbonden is waar niet aan wordt voldaan, wanneer het een ongewenst gedrag betreft dat repetitief is of wanneer er een emotionele lading aan verbonden is die refereert naar onze kindertijd.
Wanneer je getriggerd wordt, is het verstandig om in eerste instantie te checken hoe het met je fysieke zijnstoestand is, teneinde de impact van de trigger beter te kunnen kaderen. Vervolgens ga je kijken wat er achter de trigger zit en neem je je verantwoordelijkheid om dit op een bewuste manier op te lossen.
Dat ziet er uit als volgt:
Je wordt getriggerd door iets wat iemand doet of zegt.
1. Ga niet meteen in reactie.
2. Check je huidige fysieke toestand: heb je honger/dorst/stress? Ben je moe?
3. Erken je staat van zijn. Geef jezelf de toestemming om bv. moe te zijn, waardoor de trigger de kans heeft gekregen om harder binnen te komen dan verwacht.
Adem rustig in en uit.
4. Voel welke behoefte van jou er mogelijk achter de trigger zit. Misschien is het een behoefte aan rust? Aan orde? Aan controle? Adem rustig in en uit.
Mogelijk triggert die persoon/situatie je in een gedrag dat je van jezelf niet accepteert. Of net omgekeerd, word je getriggerd door een gedrag dat je zelf nooit hebt durven/mogen tonen (verworpen stuk)?
Adem rustig in en uit.
5. A) In geval het een verborgen behoefte is: kijk in welke mate je zelf voor de invulling van je behoefte kan zorgen. Is dit niet meteen mogelijk, druk dan je behoefte transparant uit naar de ander en vraag om zijn/haar medewerking om tot een oplossing te komen waar jullie beide tevreden mee zijn. Let op: maak de ander niet verantwoordelijk voor de invulling van jouw behoefte of voor het oplossen van jouw ‘gevoel’. Het blijft een co-creatie. B) In geval het een verworpen stuk betreft: voel of je liefde kan voelen voor dat stuk in jou dat werd verworpen/weggedrukt. Connecteer intern met dat stukje en blaas met elke uitademing telkens een beetje meer liefde en acceptatie in dat stuk van jezelf tot je de rust voelt terugkeren in je lichaam. In de mate dat je jezelf keert accepteren in totaliteit, leer je ook een ander accepteren in totaliteit. Doorgaans zijn dit soort dingen niet in één enkele keer opgelost. Herhaling is de sleutel.
Comments